“Zoals het oude gezegde gaat, er zijn vele manieren om de bal in de hole te krijgen. Hoewel dit zeker waar is, weten de meeste goede spelers dat bepaalde soorten slagen efficiënter en consequenter zijn dan anderen.”
De conventionele wijsheid zegt dat het het beste is om niet hoger te slaan dan noodzakelijk is. Toch gebruiken veel spelers ‘lob shots’ wanneer ze niet nodig zijn. Deze slagen zijn zo veel moeilijker te controleren dan de “good old Bump and Run.”
Een Bump en Run is een schot dat land over de rand van de green en dan een derde van de weg naar de hole rolt. Het is ideaal bij wind, en andere lastige weersomstandigheden of wanneer er geen bunkers aan de voorkant van de green liggen. Een Bump and Run shot wordt vaak gebruikt op kortere afstanden, het is alsof je de bal voorzichtig op de green laat landen en de rest van de weg naar de hole laat rollen. Zowel golfclub selectie als techniek zijn belangrijk met dit soort slagen.
Een van de grootste vernietigers van consistentie rond de green is overmatig gebruik van de polsen. Als ze je ze knikt begint de lijdensweg van het chippen. Voor de bump en run (en bijna alle slagen rond de green), is de positie van de handen net iets voor de bal bij het adresseren. De handen moeten op het moment van impact op deze positie zijn. Neem de bal iets terug naar het midden van je houding.
Pak de shaft van je golfclub helemaal onder de grip zodat het bovenste gedeelte van de stok op je onderarm rust. In deze houding zal je golfclub goed boven de grond blijven zodat je de bal niet kan raken. Neem dan een paar oefenslagen. Als de bovenkant van je stok in contact blijft met je onderarm in de follow through dan is dat goed. Mocht het toch losschieten van je onderarm, is dat een indicatie dat je teveel pols gebruikt. Oefen deze golfles totdat je onderarm in contact blijft met de grip.
Veel spelers maken gebruik van dezelfde golfclub voor alle lage schoten. Dit is niet de meest effectieve methode. Voor meer voorspelbaarheid moet je clubs kiezen afhankelijk van de ligging, de helling, green snelheid, en andere factoren. Op die manier kan je elke keer dezelfde slag gebruiken met verandering van loft in plaats van je techniek te veranderen voor elke slag. Goede clubkeuze vereist ook verbeelding, en je moet er een gewoonte van maken om elk schot te visualiseren voordat je gaat slaan. Visualiseer waar je de bal wilt hebben op de green (altijd in het eerste derde deel van de green, twee derde wordt de rol), en kies vervolgens de club die de gewenste loft heeft.
Oefen de shots op een vlak gebied met dezelfde slag op elk schot, terwijl je de clubs afwisselt van ijzer 6 naar een pitching wedge. Let goed op hoe hoog de bal gaat en hoeveel de bal gaat rollen en hoeveel loft elke club produceert.
Dit is een goede oefening, en het werkt echt. Gewoon denken om de achterkant van de linker pols (of je horloge) naar het doel te wijzen in de follow through, houd de wijzerplaat van uw horloge gericht op het doel. Het zal natuurlijker gaan om naar links of naar boven te draaien als je door de bal gaat, maar vecht er tegen en blijf je horloge op het doel houden en je zal een perfecte “bump and run” produceren, succes!